Zaterdag 23 februari stond alweer de laatste speeldag van de
halve finale op de rol. Na zes speelrondes was nog niets beslist. Bert Aalberts
(+2) en Marino Barkel (+1) maakten nog kans op de finale, maar in de wetenschap
dat +2 misschien te weinig is zou het een lastige taak worden.
Aalberts werd gekoppeld aan het enorme talent –en koploper-
Wouter Sipma. Zat Aalberts twee weken geleden nog vrij anoniem in de middenmoot
te schuiven, nu moest de borst natgemaakt worden op bord één. Aalberts toonde
door passief openingsspel al gauw zijn vredelievende bedoelingen. De partij
leek redelijk gelijk op te gaan, maar Sipma wist het logge centrum van zijn
opponent aardig vast te zetten. Toen Sipma verzuimde naar een goed eindspel af
te wikkelen werd het snel remise.
Barkel moest het opnemen tegen de op papier gelijkwaardige
Wouter Ludwig. Barkel vuurde in hoog tempo zijn ijzersterke zetten af. Ondanks
dat Ludwig weinig foute zetten leek te doen, kwam hij toch in een zeer slechte
stand terecht. Barkel wist wel raad met
al het randhout en toen Ludwig nog door leek te breken werd de indringer tot
halt geroepen door de dam van Barkel, de Utrechter gaf dan ook op.
Bij Gerbrand Hessing tegen Alex van Prinsenbeek ontstond
klassiek spel. Beide spelers zochten hun heil in een Ghestem-doorstoot, maar
Hessing stond sterker en Van Prinsenbeek combineerde zich naar een wederzijdse
doorbraak met een schijf meer voor de Westerhaarder. Hessing wilde het damhalen
van de Sappemeerder beletten maar daardoor liep ook een tweede vijandelijke
schijf naar dam. De partij verzandde dan ook in een teleurstellende remise.
Tenslotte speelde Gerwin Mollink tegen de talentvolle Nick Waterink. Waterink
speelde een sterke partij met het Chizhov-kanon. Mollink werd dan ook langzaam
maar zeker de vernieling ingespeeld en moest in een zeven om zeven zijn
meerdere erkennen in de Zuidwoldiger.
De paring van de achtste ronde werd met veel belangstelling
gevolgd. Voordeel van de paring Aalberts-Barkel was dat er vrijwel zeker één
speler van Witte van Moort door zou stromen naar de finale. Nadeel was dat het
er ‘’slechts’’ één kon zijn. De printer had een mooie prognose uitgebraakt
waaruit bleek dat Aalberts met remise Barkel achter zich zou houden en zich
waarschijnlijk zou plaatsen.
De Vriezenvener had dus niets aan remise en moest winnen. Na
een matige opening van Aalberts leek dat niet onmogelijk, maar deze wist het
nadeel binnen de perken te houden door tijdig naar de kant te ruilen. Barkel
had wel het initiatief maar niet meer dan dat, en na een wederzijdse doorbraak
prijkte een volledig gelijkwaardige stand op het bord. Het remisebod van
Aalberts werd afgeslagen, maar toen beide spelers twee dammen en een schijf hadden
zag Barkel het zinloze van doorspelen in en feliciteerde Aalberts met zijn
plaatsing.
Bert en Marino geconcentreerd achter het dambord. |
Gerwin Mollink speelde op het laatste bord tegen Sander
Spaans. Mollink speelde een sterke opening met drukspel. Toen Spaans
begrijpelijkerwijs op klassiek aanstuurde ging het mis: de Lentenaar sloeg bij
een slagkeuze verkeerd waardoor Mollink naar dam kon combineren. De dam kostte
wel twee schijven en via een toeristische route van vier zetten werd de dam
achter de eigen linies geparkeerd, waarna een 5-om-5 rondslag volgde.
Vervolgens wachtte Mollink rustig af tot Spaans schijven moest losspelen, at
nog een schijf op en na het bezetten van de lange lijn gaf Spaans op.
Als een na laatste was Gerbrand Hessing nog bezig tegen Hans
Luchies. De dikke 900 rating van Luchies is te laag, want hij bood taai verzet.
Na een paar zwakke zetten ging Hessing echter in de aanval, en won geforceerd
een schijf. Luchies spartelde nog een tijdje tegen, maar Hessing gunde hem geen
kans op herstel en won afgetekend.
Uiteindelijk wist Aalberts zich met +2 op
toernooiprestatierating (1433) nog net voor Barkel (1426) en Stokkel (1408) op
de belangrijke vierde plek te wurmen. Deze laatste had een uitstekende dag want
hij wist twee keer te winnen, maar dat was dus niet genoeg voor een finaleticket.
Gerbrand Hessing haalde zijn doelstelling van 50% en Gerwin Mollink haalde
uiteindelijk een score van -2.