Afgelopen zaterdag speelde eerste het team van Witte van
Moort tegen de promovendus DES Lunteren. Hoewel het eerste team de laatste
jaren prima scoort tegen Lunteren, mochten ze niet onderschat worden, getuige
het gelijkspel van Lunteren tegen titelkandidaat Huissen.
Het eerste punt kwam van Marino Barkel. Barkel, die eerder
dit jaar besloot een sabbatical te nemen maar vanwege personele problemen zijn
terugkeer eerder maakte dan verwacht, speelde tegen Ronald van de Beek. Barkel
speelde als vanouds snel, maar mist wellicht de nodige wedstrijdritme. Hij
plaatste in het middenspel een aanval, die niet zonder gevaar was. Zijn
tegenstander bracht enkele listige combinatiedreigingen in het spel, maar door
goed rekenwerk van Barkel nam hij zelf een combinatie en bereikte daarmee een
gelijkspel. Vadim Virny zette de Westerhaarders daarna gauw op voorsprong.
Virny nam in de opening een grote afwikkeling tegen de jeugdige Stijn Overeem,
waardoor Virny voordelig kwam te staan. Hij zette later met een aanval zijn
tegenstander onder druk, die er niet meer aan te pas kwam. Vanwege de eerder
genoemde personele problemen, deed Mitchel Mensinga voor het eerst mee. Hij deed
dat niet onverdienstelijk en luisterde zijn debuut op met een probleemloze remise
tegen Aldert van Eck. Gauw daarna tekende Yuen Wong voor het vijfde punt. In de
klassieke stand werd de strijd tegen Mark Sanders niet verbroken en was het
snel remise.
De tweede overwinning van Witte van Moort kwam op naam van
Herman Hilberink tegen de sterke Erwin van Hierden. Aanvankelijk leek de partij
op een remise af te stevenen, maar Hilberink plaatste een slim offer waardoor
van Hierden in grote problemen kwam. Hilberinkse opponent zag door het bos de
bomen niet meer en liep in een eenvoudige damafname. Odin Mol nam het op tegen
Harmjan Lammers. Mol kwam er maar moeilijk doorheen tegen de degelijk spelende
Lammers. Naarmate de partij vorderde kreeg Mol toch nog voordeel, maar het was
niet genoeg voor de winst. De vijfde remise kwam op naam van Jan van Dijk tegen
de eveneens degelijk spelende Arjen Timmer. Jan van Dijk probeerde van alles,
maar ook hij kwam niet door de muur heen. Bert Aalberts speelde tegen de op
papier minste tegenstander Arno Bos. Na een rustige opening, kreeg Aalberts
langzamerhand voordeel. In het eindspel kon Aalberts zijn voordeel omzetten in
winst en teamoverwinning, maar zag een geniepige finesse over het hoofd
waardoor Aalberts in remise moest berusten. Peter Hoopman speelde tegen de
kopman van Lunteren, Henk Klarenbeek. De tegenstander van Hoopman plaatste al
snel een Hooglandaanval. Hoopman omsingelde zijn aanval goed, maar na een
kleine misrekening kwam Hoopman onder druk te staan en staakte de strijd. Ondertussen
had Witte van Moort het tiende punt en had Gerbrand Hessing de eer om de
overwinning binnen te slepen. Hessing speelde agressief tegen Arwin Lammers en
plaatste in de opening een flankaanval. Dat leek gevaarlijk, maar Hessing had
alles onder de controle. In het eindspel leek het er op dat Hessing ging
winnen, maar zijn tegenstander verweerde zich kranig. Hessing berustte in
remise, maar haalde wel het elfde punt voor het team binnen.