Van 5 tot en met 13 april werd in Steenwijk het NK Algemeen
georganiseerd. De stichting Aanzet had ter elfde ure de organisatie op zich
genomen, nadat de UPDB afhaakte. Mede door de jarenlange ervaring van deze
stichting leek het op voorhand al wel goed te zitten met de organisatie. Zelf
was ik verrassend deelnemer aan dit kampioenschap, nadat ik met in de halve
finale met een vierde plek kwalificeerde. In dat toernooi bleef ik ongeslagen,
hetgeen in een toernooi als dit haast een utopie is.
Na de vrij korte opening en spelersuitleg in De Meenthe
begon de eerste ronde. De tribune van het theater zat goed vol, wat voor de
spelers ook een fraaie stimulans was. Ik speelde de eerste ronde tegen de op
papier relatief zwakke Jochem Zweerink. Deze speler kan echter wel op bijna 1400
rating bogen, daar ik zelf iets meer dan 1200 heb. Ik besloot een rustige
partij te spelen, waarin ik gedurende de partij optisch wat makkelijker stond.
In de tijdnoodfase leek Zweerink stevige druk op mijn centrum te krijgen maar
na mijn 51e zet bood Zweerink direct remise aan. Zo was ik direct al van de nul af.
Bert in volle concentratie |
Met het oog op de
loodzware zaterdag was dat geen overbodige luxe. In deze ronde trof ik twee
spelers met 1500+ rating. Pim Meurs was in de ochtendronde de opponent. Ik
besloot vol voor een punt te gaan, wist het nadeel lang binnen de perken te
houden maar werd in de tweede partijhelft teruggedrongen. Na de eerste
tijdscontrole prijkte er een zwaar nadelig, maar onduidelijk eindspel op het
bord en ik kon rommelen. Lang hield ik stand, maar met de tweede tijdscontrole
in zicht bezweek ik onder de druk en ging ik in verloren positie door de vlag.
’s Middags stond de getergde Kees Thijssen op het menu. Hij
verloor in de ochtendronde een remise-eindspel op de klok van Baljakin en was uit
op wraak. Ik was beduusd na de ochtendronde en speelde vrij inspiratieloos.
Niet iets wat je tegen strateeg Thijssen moet doen, want ik werd aardig
weggetikt en na de tijdnood kon ik direct opgeven. Geen droomstart met 1 uit 3, maar zondag waren er weer
kansen tegen de slecht begonnen Anton van Berkel (ook 1 uit 3). Met dansmuziek
op de achtergrond speelde ik een goede aanval. Van Berkel bereikte niets en
haakte maar af, met gelijkwaardige stand tot gevolg. Ik lanceerde na 40 zetten
een remiseaanbod, dat evenwel door de Tilburger werd geweigerd. Later maakte
hij een foutje waardoor ik initiatief kreeg. Genoeg voor de winst was het
echter niet en zelfs een plusje was niet haalbaar, remise dus. Maandag moest ik tegen Auke Scholma. Ik had deze speler
uitgebreid bestudeerd en kwam dan ook prima uit de opening. Ik speelde de
aanval echter te passief, waardoor Scholma zelf ook een aanval innam die niet
weg geruild kon worden. Langzaam maar zeker werd ik weggeschoven en na vier uur
kon ik opgeven.
Een overzicht van de speelzaal |
De volgende dag stond er weer een dubbele ronde op het
programma, met voor mij twee Hijken spelers. ’s Ochtends moest de scheidend
Nederlands kampioen Roel Boomstra afgestopt worden. Ik harkte elke schijf die
voor mijn voeten kwam van het bord. Tegen Meurs een weinig succesvol recept,
maar Boomstra wist nauwelijks iets te bereiken en bood zelf maar remise aan na
41 zetten, hetgeen ik gretig accepteerde.
Doordat ik na drie uur al uitwas, kon ik lekker uitrusten op
de tribune voor de confrontatie met Michiel Kroesbergen. Ik speelde dezelfde
opening als tegen Scholma, maar Kroesbergen week af. Ik nam wat rustige
ruiltjes en verwachtte een remiseaanbod na veertig zetten. Naïef, want dit kwam
niet, waardoor ik het nog resterende uur moest opgebruiken om de remise te
vinden. Dit lukte en ik kwam er zelfs vanaf zonder minnetje. Een zeer
succesvolle dag dus.
Ik hoopte op een goed vervolg tegen Heusdens op woensdag. Ik
hield me echter niet aan mijn afgesproken opening en kwam in lastige positie
terecht. Met de partij tegen Van Berkel in het achterhoofd besloot ik in de
aanval te gaan. Heusdens speelde goed tegen, maar ik liet de mogelijkheid om
mijn achtergebleven schijven te ontwikkelen lopen, waarna de aanval doodbloedde
in het centrum. Donderdag was Hein Meijer de tegenstander. Deze speler had
nog niet gewonnen dit toernooi en wilde dat ongetwijfeld tegen mij wel doen. In
de opening verbruikte de Amsterdammer veel bedenktijd. Na een podkova-opbouw
die niet goed was kwam ik onder druk. Mede door lichte tijdsdruk wist Meijer
niet het kansrijkste plan te vinden en ik bleef op de been.
Bert in zijn partij tegen Baliakin |
Na deze dag had ik vijf punten en met nog twee partijen te
gaan moest de doelstelling van zes punten haalbaar zijn. De tiende ronde was
tegen Alexander Baljakin. De ontketende Arnhemmer speelde een oude openingsvariant.
Ik ging wederom in de aanval, die er nogal gammel uitzag. Ondanks dat wist
Baljakin geen voordeel te bereiken en wikkelde hij af naar een dunne stand die
wat gevaarlijker was voor mij. Tot de 49e zet bleef het echter
allemaal gelijk. Helaas liep ik toen in een plakker met verliezend afspel,
normale opbouwzetten hadden een gelijkwaardige remise opgeleverd.
De laatste ronde moest er dus niet verloren worden van
Wouter Sipma. Ik speelde half-open klassiek, maar Sipma speelde sterk tegen en
ik besloot tot vereenvoudiging. Dit had echter wel een zeer kromme lange
vleugel tot gevolg, maar doordat Sipma een offerwending niet onderkende wist ik
de stand weer gelijk te trekken. De partij kabbelde daarna naar remise.
Zo wist ik uiteindelijk met zes punten mijn doelstelling te
behalen. Ook mooi was dat ik niet laatste ben geworden, die twijfelachtige eer
was er voor Jochem Zweerink met 4(-). Alexander Baljakin werd kampioen met maar
liefst zeven overwinningen!