20 januari 2019
Na een wel heel lange
winterstop kon het eerste team op 19 januari eindelijk weer haar kunsten
vertonen. In het eigen clubgebouw aan de Asterstraat waren de sympathieke buren
uit Hoogeveen te gast. De Drenten vechten al jaren succesvol tegen het
degradatiespook. Nu neemt de ploeg echter de twaalfde en laatste plek in
waardoor een Houdini-act noodzakelijk lijkt.
Het eerste kent een
kwakkelend seizoen en was wel weer eens toe aan een winstpartij. Bij het
uitwisselen van de opstellingen leek dit zeker tot de mogelijkheden te behoren.
De Hoogeveners misten enkele basiskrachten die werden vervangen door drie
spelers uit het derde team. De Westerhaarders waren op oorlogssterkte dus een
teamoverwinning was het enige logische doel.
Net als vorig seizoen
waren de snelheidsduivels Marino Barkel en Rick Hakvoort aan elkaar gekoppeld.
Na een klassieke partij braken beide spelers door naar de damlijn. Het eindspel
bood geen van beide bijzondere kansen waarna remise overeengekomen werd. Vadim
Wirny zette de thuisploeg op voorsprong door gedecideerd af te rekenen met
Geert Kleine. De Hoogevener bezette brutaal een aanvalsveld waarna de
omtrekkende bewegingen van Wirny hem al snel fataal werden. Vervolgens voegde
Gerbrand Hessing een punt aan het totaal toe door in een spannende partij te
remiseren met Martijn Vissers.
Een flinke tegenvaller
was de nederlaag die Herman Hilberink vervolgens leed. Er was weinig aan de
hand tegen Nick Waterink totdat Hilberink dacht een combinatie toe te kunnen
laten. De verwachte tegenactie bleek een fata morgana te zijn. De volgende
domper liet niet lang op zich wachten. Gil Salome probeerde ten koste van een
volle lange vleugel kansen te krijgen maar Maarten Wichgers speelde solide
tegen. In een dunne stand leek Salome met een achterloop het zo gewenste voordeel
te krijgen. Wichgers benutte het vrije tempo echter om een vernietigende slagzet
uit te voeren.
Daarmee stond de
Westerhaarse formatie dus een winstpartij achter. Het was te hopen dat het
daarbij bleef, want Jan van Dijk was inmiddels in zwaar weer terecht gekomen
tegen Klaas-Hendrik Leijenaar. Na de Tsjegolev-opening bezette Leijenaar het
centrum. In plaats van verdedigen koos Van Dijk ervoor om de spanningen maar
weer eens op te voeren via een korte vleugelopsluiting. Uiteindelijk liep de
partij remise, maar niet voordat Leijenaar een concrete winst gemist had.
Met de 5-7 achterstand
was het hoog tijd voor winstpartijen. Bert Aalberts wist al snel een kansrijke
hekstelling te formeren tegen invaller Wout van Geest. Toch bleek Van Geest nog
verrassend veel tegenspel te hebben. In een spannende stand wikkelde Van Geest
af naar een verloren eindspel. Ook Odin Mol wist uiteindelijk een hevig
tegenstribbelende invaller van zich af te schudden. Zijn tegenstander Alberto
Waterink trok fel van leer en nam een hoge randschijf in. Uiteindelijk wist Mol
op positionele wijze twee punten bij te schrijven.
Daarmee was de
achterstand omgebogen in een voorsprong en waren er nog twee punten nodig voor
de teamzege. Peter Hoopman speelde een prima partij tegen de
vrouwenwereldkampioen Natalia Sadowska al bleef het allemaal wel binnen de
remisemarge. Dat maakte dat remise voldoende was voor Yuen Wong voor de
wedstrijdpunten. Remise leek ook het hoogst haalbare want tegen Zainal Palmans
stond hij de hele partij met de rug tegen de muur. De partij mondde uit in een zwaar nadelig,
mogelijk verloren eindspel voor Wong. Na ruim vijf uur dammen werd een finesse
hem fataal, waarmee de eindstand op een ontluisterende 10-10 uitkwam.