Met de oliebollen goed en wel verteerd was het op de eerste
zaterdag van 2018 al weer tijd voor ronde acht in de clubcompetitie. Het eerste
team had het in 2017 voortreffelijk gedaan en had behoudens een zeperd tegen
Schiedam alle wedstrijden nog gewonnen. De tweede plek vlak achter datzelfde
Schiedam maakte dat er zeker nog titelkansen waren voor het eerste. Om die
titelkansen in leven te houden is het zaak om de wedstrijden in winst om te
blijven zetten. Tegenstander in deze ronde was 020 uit Amsterdam. Na een vlotte
rit waren de Westerhaarders een kwartier voor tijd op locatie en kon er nog
even naar de opstelling gekeken worden. Kennelijk was er de Amsterdammers veel
aan gelegen om vandaag een resultaat te halen want er waren enkele
versterkingen opgetrommeld. Van te voren leek Westerhaar dan ook slechts licht
favoriet.
De eerste uitslag werd genoteerd door Marino Barkel. In de
Tsjegolev-opening voelden hij en tegenstander Johan Bastiaannet zich prima thuis,
getuige het tempo waar de zetten mee werden afgevuurd. De partij bleef volmaakt
in evenwicht waarna remise het resultaat was. Ook remise was er voor Edwin
Twiest. In een wat abstracte partij met Rob Geurtsen had hij wel flink voordeel
op de klok, maar op het bord hield de Amsterdammer gelijke tred. Gil Salome had
een mooie tegenstander in vijfvoudig Nederlands kampioen Kees Thijssen. Salome
nam een flankaanval in die door Thijssen werd tegengespeeld. Salome leek wat
makkelijker te staan maar Thijssen was niet onder de indruk: remise.
In de eerste paar speeluren vroegen velen zich af waar de
winst voor Westerhaar vandaan zou moeten komen. Enkele spelers stonden minder
terwijl voordeel ver te zoeken leek. Maar rond half vier kwam het eerste toch
op voorsprong. Odin Mol had een prima technische partij gespeeld tegen Krijn
ter Braake maar het was de vraag of het opgebouwde voordeel genoeg zou zijn. In
een dun standje ging Mol er eens goed voor zitten en rekende de winst uit, die
vervolgens ook op het bord werd gebracht. Hiermee stond Westerhaar met 5-3
voor. Van tevoren werd gehoopt dat Bert Aalberts de op papier zwakste
Amsterdammer Johan Smits zou verslaan en de voorsprong zou uitbreiden. Maar na
een foutief plan kwam hier niets van terecht en het was Aalberts die niet mocht
mopperen met remise.
Met de magere voorsprong brak een beslissende fase in de
wedstrijd aan. Met name Herman Hilberink was in het middenspel in zwaar weer
terecht gekomen tegen de sterke Herman Spanjer. Voorts toonde Hilberink zijn koelbloedigheid
door de stand op de spits te drijven ten faveure van passief verdedigen. De
uiteindelijke remise die er uitrolde was volledig gelijkwaardig. Ook Gerbrand
Hessing had een lastige middag tegen de sterke Johan Wiering. Vanuit de opening
kreeg Wiering al het initiatief maar Hessing liet zich niet piepelen en kon een
mooi punt laten aantekenen.
De overwinning kreeg definitief gestalte toen Vadim Virny
onverwacht tot winst kwam. Tegen Peter van Heun kreeg hij in zijn geliefde
klassiek ogenschijnlijk weinig voor elkaar. Maar in tijdnood werd de tot dan
toe goed spelende Van Heun slachtoffer van een ietwat verrassende combinatie.
Het kostte Virny geen moeite om het eindspel in winst om te zetten. Daarmee
werd de voorsprong 10-6 en was er nog maar een puntje nodig. Aan teamtopscorer
Jan van Dijk de eer om dat punt te behalen. Hij speelde tegen de ervaren Paul
Oudshoorn een prima hekstellingspartij. In het middenspel probeerde Oudshoorn
met een ruil-combinatie de druk te verlichten, maar Van Dijk hield de overhand.
Uiteindelijk moest Van Dijk genoegen nemen met remise, maar dat betekende wel
de teamwinst! Dat Yuen Wong toen met een schijf minder nog tot remise kwam
tegen Johan Capelle gaf de eindstand met 12-8 nog een comfortabel aanzien.
Ondanks dat het een zware wedstrijd was werd er een overwinning zonder
nederlagen geboekt, een prima generale voor de thuiswedstrijd tegen Wageningen
over twee weken.