Zaterdag 10 januari
Zaterdag 10 januari stond
de achtste ronde van de clubcompetitie op het programma. De Westerhaarse
dammers moesten afreizen naar het verre Schiedam. De voorspelde storm leek mee
te vallen en het team bereikte het Schiedamse speellokaal dan ook zonder
problemen. Daar diende zich wel een ander probleem aan, namelijk het sterke
team van Van Stigt Thans. De opstelling gaf aan dat de Westerhaarders moesten
vrezen voor de hoogste borden terwijl de kansen gezocht moesten worden op de
staartborden.
Marino Barkel opende de
score. Tegen Jeroen Kos werd er vooraf gehoopt op wat kansen, maar Kos toonde
zich een taaie speler wat na twee uur in de eerste puntendeling resulteerde
(1-1). Gerbrand Hessing nam het op tegen viervoudig wereldkampioen Anatoli
Gantwarg. Na een passieve opening die veel tijd kostte leek Hessing in de
touwen te hangen, maar toen Gantwarg met een Ghestem-doorstoot de spanningen
opvoerde was dat alleen maar in het voordeel van Hessing. De doorstoot kon niet
door de beugel en Gantwarg wikkelde af naar een nadelig eindspel. Hij bood snel
remise aan wat door Hessing werd geaccepteerd (2-2). Vervolgens remiseerde Gil
Salomé. Tegen Peter van der Stap was hij de bovenliggende partij, maar deze
tegenstander staat tot ver buiten Schiedam te boek als erg degelijk, waardoor
Salomé niet verder kwam dan een licht voordelig eindspel. Uiteindelijk werd het
remise (3-3).
De remisereeks werd op
een pijnlijke manier doorbroken. Casper Remeijer speelde een theoretische
variant tegen theoreticus Frits Luteijn. Een gevaarlijke keuze, en zeker toen
Remeijer in de opening al een fout maakte. Hoewel het numerieke evenwicht
bewaard bleef was de stand een ruïne. Uiteindelijk verloor Remeijer een schijf
en de partij door een offertje (5-3). De stand werd gelijk getrokken door Odin
Mol. Tegen Geert Prinsen voerde hij de druk in de partij gestaag op, maar er
was enige twijfel of de stand niet te dun was geworden. Mol kon echter in een
vier om vier nog doorbreken naar dam, zijn tegenstander kansloos latend (5-5).
Vadim Virny nam het vervolgens op tegen Waldo Aliar. Op hét Westerhaarse
kansbord kwam Virny vanuit de opening tot prettig spel. Aliar verdedigde echter
taai en wist het nadeel binnen de perken te houden. Virny kwam niet tot een
serieuze winstkans (6-6). Een behoorlijke tegenvaller.
Er waren nog vier
partijen bezig. Herman Hilberink had een spannende opening tegen Martijn
Rentmeester. Na een op zich wel aardig bedacht offer kwam Rentmeester met de
enige weerlegging, die helaas wel eenvoudig de schijf voorsprong wist te
behouden. Hilberink kwam er verder niet meer aan te pas (8-6). Yuen Wong
speelde tegen bondscoach Rob Clerc. Wong omsingelde de aanval van Clerc, maar
werd toch behoorlijk naar achteren gedrukt. In een dunne stand kon Clerc,
specialist in het spelen tegen zwakke randschijven, na de laatste fout van Wong
naar dam soleren (10-6). De wedstrijd leek wel beslist gezien de scheve laatste
paringen. Zo nam Tomasz Miksa het op tegen grootmeester Ron Heusdens. Miksa
liet een aanval toe en kwam wat minder te staan. Toch kwam Miksa pas echt in de
problemen in het late middenspel. Heusdens kon het echter niet rond krijgen en
na een offer met doorloop naar dam haalde Miksa een mooi punt (11-7). Als
laatste was Bert Aalberts nog bezig tegen Anton van Berkel. Na een passief
begin werd Aalberts in het middenspel opgezadeld met een achtergebleven schijf.
Van Berkel kwam sterk opzetten en Aalberts moest verdedigen. Toen Aalberts
definitief vastgelopen leek en na een eerste offer nog geen verlichting kwam
werd een tweede offer gelanceerd. Het resterende eindspel bleek wonderwel
remise (12-8).