Eerste team pakt koppositie in Nationale Competitie!

Zaterdag 18 oktober 2014

Zaterdag 18 oktober werd de derde ronde in de nationale clubcompetitie afgewerkt. Het eerste team van damclub Witte van Moort ontving promovendus 020 uit Amsterdam. Hoewel dit team wel een paar sterke spelers heeft waren de Westerhaarders het aan hun stand verplicht om te winnen. De opstelling bevestigde dit. Er was -op papier- precies één bord te vinden waar de Amsterdammers favoriet waren, verder had Westerhaar overal overwicht.

Dat dit niet per se betekent dat er niks fout kan gaan op die negen voordelige borden werd na een kleine drie uur spelen duidelijk. Herman Hilberink probeerde tegen de wat lager ingeschaalde Roep Bhawanibhiek zijn openingsvoordeel uit te breiden, maar overzag een giftige finesse. Doorspelen was zinloos en dus direct al een fikse domper (0-2). Het eerste punt kwam op naam van Tomasz Miksa, die tegen Johan Capelle na het afwijken van de Tsjegolev-opening geen moment zicht had op meer of minder dan een punt (1-3). Vadim Virny speelde tegen collega-grootmeester Jean-Marc Ndjofang uit Kameroen. Ondanks wat makkelijker spel werd het toch niet veel en berustte hij in remise (2-4).
Marino Barkel paste tegen Krijn ter Braake (in juli nog toernooiwinnaar in Bunschoten) zijn bekende recept toe: in moordend tempo de tegenstander bestoken met sterke zetten en vervolgens maar hopen dat deze er onder tijdsdruk niet meer uitkomt. Ter Braake was echter goed bij de les en ondanks dat zijn centrum aardig in de knel zat haalde hij het begeerde punt (3-5).
Ook Yuen Wong kwam niet tot winst. Tegen Rob Geurtsen leek een afwikkeling naar wederzijdse opgedrongen randschijven spannend spel op te leveren. Het was echter het startsein voor een spervuur van vereenvoudigingen, zodat Wong in remise moest berusten (4-6).
Casper Remeijer speelde tegen de tweede Amsterdamse grootmeester Johan Bastiaannet. Het werd flankspel met op het oog wat makkelijker spel voor de eindspel-expert Bastiaannet, maar Remeijer liet zich niet gek maken en haalde remise (5-7).

Die achterstand moest nu toch wel een keer weggewerkt gaan worden. Die eer was aan Odin Mol, die Peter van Heun in de hekstelling nam. Dit speltype staat garant voor erg veel rekenwerk. Mol deed dat beter dan zijn tegenstander, die bij gebrek aan beter maar uit de hekstelling ruilde. Dit was echter verhinderd door een afwikkeling waarbij Mol de overgebleven Amsterdamse voorpost pakte. Van Heun pruttelde nog even door maar verloor wel (7-7). Bert Aalberts speelde tegen invaller Hans van den Heuvel. Laatstgenoemde bouwde in de opening wat frivool op, hetgeen in een erg kale lange vleugel resulteerde. Toen Aalberts de gelegenheid kreeg om zich van zijn vervelende lange vleugel te ontdoen werd Van den Heuvel helemaal ingesnoerd en moest een schijf inleveren. Even later werden ook de punten ingeleverd en Westerhaar stond eindelijk voor (9-7).

Nog twee partijen bezig en Westerhaar had nog twee punten nodig. Gerbrand Hessing had via een vertrouwde opening de aanval verkregen tegen invaller Gerrit Tigchelaar. Bij herhaaldelijk passief optreden van de verdediger wordt zo’n aanval een doorslaand succes, maar Tigchelaar trok tijdig aan de noodrem waardoor Hessing in remise moest berusten (10-8). Eigenlijk was de teamoverwinning nu wel binnen, want het was alleen nog de vraag of Salomé één of twee punten ging halen tegen de taaie Frank Pasman. Na een spannende Roozenburg-opening was het voordeel aan Salomé. Ondanks dat leek de stand nog lang remiseachtig, maar in een vier-om-vier moest Pasman dan eindelijk een schijf inleveren. Sterker nog, hij kwam niet eens meer op dam en zo won Witte van Moort toch nog met marge (12-8).


Door deze overwinning komt Westerhaar op 6 uit 3. De andere koplopers, Huissen en Schiedam,  troffen elkaar en kwamen tot een gelijkspel. Hierdoor staat Westerhaar nu ongedeeld eerste!