Na een niet al te lange ‘road to the final’ (in de voorronde werd EDC Enschede met 8-0 aan de kant gezet terwijl in de halve finale de reserves van onze vereniging met 7-1 klop kregen) mocht het eerste bekerteam van Witte van Moort aantreden voor de finale. In Heino was Eye-T Webdesign/OG uit Wapenveld het laatste obstakel op weg naar het zilverwerk. De Veluwenaren hoefden maar één wedstrijd te spelen om in de finale terecht te komen. In de halve finale waren ze na 4-4 en twee keer sneldammen te sterk voor BDV uit Borne (met WvM’er Yuen Wong in de gelederen). De Westerhaarders waren dan ook gewaarschuwd.
In tegenstelling tot vorig jaar was Wapenveld dit jaar wel op oorlogssterkte. Bij het uitwisselen van de opstellingen leken de Westerhaarders toch duidelijk favoriet, iedereen had een op papier mindere tegenstander en op drie borden was dat verschil groot.
Gerbrand Hessing nam het op tegen Albert Lusink. Hessing speelde
actief in de opening, maar door het alerte tegenspel van Lusink kwam hij niet
tot veel voordeel. Na een vereenvoudiging leek Hessing nog een kansrijke
centrumomsingeling op touw te zetten maar Lusink liet zich niet foppen, waarna
remise werd overeengekomen. Bert Aalberts speelde tegen de Wapenveldse kopman
Rienk van Marle. Vanuit de opening bouwde Aalberts duurzaam voordeel op, maar na
een positionele blunder werd de stand opeens volledig symmetrisch. In spannende
positie en met weinig tijd op de ouderwetse houten klok (met het speeltempo van
de bekerfinale een vreemde keuze om met deze klokken te spelen) bood Aalberts
remise aan, wat na een rondgang langs de andere borden door Van Marle werd
geaccepteerd.
Op bord 1 werd een spannend duel uitgevochten tussen kopman
Odin Mol en de steeds sterker wordende jongeling Rick Hakvoort. Laatstgenoemde
was niet van plan om een rustig potje te spelen en knalde middels de
Agafonow-opening naar een centrumaanval. Met een verrassende zet kreeg Mol zijn
tegenstander in een positie waar die zich niet vaak bevindt; de denktank.
Hakvoort speelde de juiste zetten en toen de aanval van het bord verdween, kabbelde
de partij langzaam naar remise.
Met deze 3-3 tussenstand kwam alle druk op de schouders van
Herman Hilberink te liggen. Met een kleine 300 punten meer werd verwacht dat
hij wel zou kunnen winnen van Geurt Souman. Laatstgenoemde is echter een taaie
speler die misschien wel wat meer rating zou moeten hebben. Hilberink speelde
een provocerende opening maar Souman liet zich niet afbluffen en leek een deel
van de partij zelfs beter te staan. In tijdnood behandelde Souman zijn stand
echter verkeerd waardoor Hilberink met een plusschijf het eindspel in kon. De
centrale positie van Hilberink’s stukken maakte echter dat hij geen kans had om
het eindspel in winst om te zetten: remise. Uiteindelijk werd het dus een teleurstellend 4-4 gelijkspel.
De Westerhaarders kregen echter een kans om in hun favoriete discipline alsnog
de beker te pakken: sneldammen. Potjes met een speeltempo van tien minuten (nu
wél op digitale klokken) per speler werden nu
scherprechter. Het gebrek aan Fischerseconden liet zich duidelijk merken: zowel
Mol als Aalberts wonnen doordat hun tegenstanders de toegestane bedenktijd
overschreden. Doordat Hessing remise speelde en Hilberink nu eenvoudig won van
Souman kon Witte van Moort zich tot bekerwinnaar kronen!